Een interview met Robert Jan Stips !



Datum: 10 januari 2006
Plaats: Delft, Holland
Interview door: Clemens Steenweg

Wie Robert Jan Stips zegt, zegt Supersister, Golden Earring, Sweet d'Buster, Transister, The Nits en Freek de Jonge. Kortom, een veelzijdig muzikant die in feite elke muziekstijl kan spelen die je maar kan bedenken. Een uurtje lekker praten over zijn muzikale verleden brengt weer een hoop herinneringen naar boven, al was het soms weer even diep nadenken "wie, wat, waar en hoe"? Want zo'n 40 jaar Nederlandse rockhistorie, zo mag je dat toch wel noemen, kwam voorbij.

Dit interview heeft als hoofdonderwerp zijn periode in Sweet d'Buster, maar op zijn website vind je meer informatie over de andere projecten waaraan Robert Jan Stips heeft meegewerkt. Een interessant relaas is het gevolg, met soms verrassende feiten die nog niet eerder bekend waren.

Oh ja, en leg weer eens zo'n zwarte, krassende, tikkende, kortom, geheel grijsgedraaide Sweet d'Buster-vinylschijf op je pick-up (je kinderen vragen zich af waar je het in vredesnaam over hebt!!) om weer eens lekker terug in de tijd te gaan...

CS: Hoe is Sweet d'Buster ontstaan?

RJ: Nou, vanuit mijn kant gezien ging het als volgt: tijdens één van de tours van de Golden Earring in Amerika zaten Bertus (Borgers) en ik een beetje te brainstormen. Kijk, de Earring is een lopend bedrijf, die hebben gewoon hun eigen "ding", daar kom je als muzikant nooit helemaal 100% aan je trekken. Ondanks dat het natuurlijk ontzettend leuk is, hadden we allebei het gevoel van "Nou, we willen eigenlijk nu weer eens iets anders". Bertus was bezig met een soloproject en hij vroeg me toen "Wil je daaraan meedoen?", en dat leek me hartstikke leuk, en al pratend kwamen we tot iets van: nou, misschien kunnen we samen een groep oprichten waar we allebei ons ei helemaal in kwijt kunnen. Maar al pratend is toch anders dan al spelend, en omdat het vanuit zijn soloproject verder ging was het uiteindelijk meer Bertus z'n ei dan het mijne.

Bertus was al langer bezig met Herman Deinum en Hans Lafaille, en Paul Smeenk had hij min of meer ontdekt in Eindhoven. Ik kwam als laatste toevoeging. Zij hadden in principe de eerste LP ("Sweet d'Buster") al opgenomen, en dat was dus begonnen als dat soloproject van Bertus, maar zij zagen dat dermate zitten dat Bertus op een gegeven moment besloot, O.K. laten we er maar een groeps-LP van maken. Waarschijnlijk was Sweet d'Buster een naam voor die plaat, en is dat uiteindelijk de naam van de band geworden, maar dat weet ik niet zeker. En wat ik ook heel leuk vond was dat we allemaal bereid waren om, waar we ook vandaan kwamen, echt helemaal vanaf nul te beginnen, dat was echt niet makkelijk in het begin. Het eerste half jaar is echt afzien geweest. We konden nauwelijks optredens krijgen, echt als een beginnend bandje, terwijl toch al die namen erin zaten.

Sweet d'Buster in den beginne, v.l.n.r. Hans Lafaille, Herman Deinum, Robert Jan Stips, Paul Smeenk, Bertus Borgers

CS: Dat heeft dus niet echt meegewerkt in het begin?

RJ: Nee, soms werkte het zelf tegen. "Oh, een stelletje ouwe lullen bij elkaar, die ook weer zonodig aan de bak moeten!" Dat maak je even hard mee als mensen die zeggen: "Goh, wat fantastisch dat jullie bij elkaar zijn!" Ja, het begin was echt een "Rock 'n' Roll-begin". Met z'n allen bij Bertus thuis slapen, daar repeteren om iets van de grond te krijgen, en dat lukte op een gegeven moment dus gelukkig wel. Maar daar ben je dan zo hard mee bezig dat je echt een team vormt, en als het dan op een gegeven moment min of meer draait, dan is dat een lekker gevoel.

CS: Was Sweet d'Buster de band van Bertus Borgers of was Bertus Borgers de zanger/saxofonist van Sweet d'Buster?

RJ: Dat was een natuurlijk evenwicht. Kijk, je hebt altijd degene die zingt, die de teksten maakt, die het leeuwendeel van de nummers aandroeg, ja, die kan je wel als de leider van de band beschouwen, maar iedereen was mondig genoeg om z'n eigen "ding" in te brengen, zo gaat dat met een band. Voor de buitenwereld was Bertus waarschijnlijk Sweet d'Buster, hij deed de meeste interviews, dat is logisch.

CS: Heb je er nooit spijt van gehad dat je uit Sweet d'Buster bent gestapt?

RJ: Nee, niet echt. Op een gegeven moment was ik minder gemotiveerd om ermee door te gaan omdat ik ook nog andere dingen wilde, en daarvoor had ik in de Golden Earring gezeten en was ik muzikaal met andere dingen bezig geweest dan ik uiteindelijk ooit zou willen. Dat was het jammere eraan, want het waren goeie vrienden, maar ik heb bij Sweet d'Buster ruim van tevoren gezegd van "Jongens sorry, maar ik ga over een jaar wat anders doen". Toen hebben we nog met z'n allen "Gigs" gemaakt, in goede harmonie een mooie punt er achter gezet wat mij betreft, en toen zijn zij door gegaan.

CS: Vind je dat Sweet d'Buster het maximale uit het muzikale potentieel gehaald heeft?

RJ: Nou, er was misschien nog wel meer uit te halen geweest, maar er is wel heel serieus en hard aan gewerkt. Het probleem was een beetje het volgende zo gauw we de studio ingingen: het was niet zo dat het "dichtklapte", maar er kwam toch niet uit wat er live uitkwam. Als dat iets anders had uitgepakt, en we misschien de middelen van nu hadden gehad, had je goede opnames kunnen maken in je oefenruimte om dat als basis te nemen voor een plaat. Dan zou er nog meer uit gekomen zijn, maar soms strandden we echt in de studio. Dan dachten we iets aardigs te hebben terwijl als we die dingen live speelden het wel van de grond kwam, dus daar zat iets ...

CS: Mijn volgende vraag heb je hiermee eigenlijk bijna beantwoord: Sweet d'Buster was een echte live-band. Was het om die reden moeilijk om een studio-album te maken?

RJ: Ja, hoewel we het allemaal wél leuk vonden om in de studio te werken. Daarom was er op een gegeven moment min of meer besloten om, mede door het feit dat ik aan had gegeven dat ik Sweet d'Buster zou gaan verlaten, als een soort kroon op die jaren van samenwerking die live-plaat ("Gigs") te maken. Dat is volgens mij een goeie move geweest, omdat dat, denk ik, één van de betere platen is geworden.

Terug in de tijd: pionieren op een te klein podium

CS: Dat blijkt nog steeds zo want tot nu toe blijkt "Gigs" bij de bezoekers van de website Sweet d'Buster Back On Stage het meest populaire Sweet d'Buster-album. Heb jij zelf een voorkeur?

RJ: Ik heb zelf de beste herinneringen aan het live-gebeuren, dus ook aan "Gigs", terwijl we als band, toen we "Gigs" voor het eerst hoorden, nog wel een aantal opmerkingen hadden. Maar dat is toen uitbesteed aan een Amerikaanse producer, John d'Andrea, die we overigens nauwelijks hebben gezien; de banden zijn naar hem opgestuurd en we kregen de mixage terug, en op dat moment was dat binnen de band de beste oplossing. Maar het is uiteindelijk een hele goeie registratie gebleken en de bezwaren die we als muzikanten hadden die vielen op een gegeven moment wel weer weg. Dat is het moment. En verder heb ik zelf natuurlijk veel meer herinneringen aan "Friction" dan aan "Sweet d'Buster", omdat ik daar eigenlijk alleen maar min of meer heb ingedubd. En bij "Friction" heb ik natuurlijk ook meer eigen dingen ingebracht.

CS: Wanneer had je het gevoel dat Sweet d'Buster, voor Nederlandse begrippen, een soort supergroep was?

RJ: Nou, na een driekwart jaar begon het toch wel goed te draaien, en ook muzikaal goed te draaien en kwam er een soort soepelheid in. Je had zoiets van: "Dit is toch wel bijzonder wat hier gebeurt, dat is gewoon hartstikke goed, het swingt de pan uit, blij dat we dit gedaan hebben". Ik heb me ook altijd wel gerealiseerd dat ik met mensen speelde die ik hoog achtte. Vroeger luisterde ik ook naar die eerste singletjes van Blues Dimension, zo van "Wat gebeurt daar nou?" Herman Deinum, dé bassist van destijds Blues Dimension en Cuby: dat was iemand tegen wie je opkeek, een stevige muzikant. En Hans Lafaille is natuurlijk een groot natuurtalent die, zonder enige moeite te hoeven doen, achter dat drumstel gaat zitten en het is voor mekaar!

CS: Ja, hij doet echt heel gave dingen, dat hoor je bijvoorbeeld in de "Gigs"-versie van "Still Believe": die fantastische tegenritmes op de hi-hat, zo knap en strak, dat klinkt zo lekker...

RJ: Ja, het prettige is dat hij volkomem vanuit zijn eigen denkbeelden drumt. Hij is geen drummer die wekenlang zit te studeren om het allemaal maar perfect te krijgen. Hij heeft gewoon heel veel techniek, maar op een natuurlijke manier verkregen. Hij is gewoon een bofkont, haha!

CS: Dan kom je automatisch op die fantastische ritme-tandem van Sweet d'Buster, die ongelofelijk goed op elkaar ingespeeld was en is. Kan Herman wel met een andere drummer spelen?

RJ: Eh ja, maar de vraag is eerder of de drummer met Herman kan spelen, haha! Herman is gewoon iemand die iets neerzet en dat is meestal goed, en vanaf dat moment wijkt hij er nauwelijks meer vanaf. Je moet niet met hem gaan zitten puzzelen, zo van "Zullen we het nou eens een beetje anders doen?" Dat past gewoon niet bij hem. Natuurlijk, alles is bespreekbaar, maar als je ervoor kiest om met Herman te spelen, weet je ook waarvoor je kiest. Dat is heel duidelijk.

CS: De één zegt Rhythm and Blues, de ander zegt rock met een beetje van dit en een beetje van dat, weer een ander zegt funkrock. Past de muziek van Sweet d'Buster in zo'n typisch Nederlands hokje?

RJ: Nee, het was eigenlijk een rare verzameling muzikanten bij elkaar. Ik ben überhaupt niet goed in dingen in een hokje duwen, maar het was een heel eigen geluid. Toen ik voor het eerst hoorde wat ze opgenomen hadden, vond ik dat toch wel heel erg "Bertus". En destijds had je ook die percussionist, Broer Bogaart, eigenlijk Bertus' soulmaatje, er was ook sprake van dat hij gewoon lid zou worden van de groep, maar die wilde daar niet aan, die ook een grote stempel drukte op het geheel. Ik heb hem nog weleens gezien, maar verder weinig meer van of over hem gehoord. Hij had daar helemaal geen trek in, in dat grote gedoe. Hij had zijn eigen muziekwereld en ik vond dat dat ook wel een beetje doorklonk in die nummers, een soort eigen, naar binnen gerichte smaak. De muziek die hij en Bertus maakten zou ik in ieder geval niet in een ander hokje kunnen duwen. Ja, Rhythm and Blues, klaar!

CS: Wat was de kracht van Sweet d'Buster?

RJ: De kwaliteit van het live-optreden, en de combinatie van muzikanten. En naast de muziek heb je als groep ook nog een andere kant, de mediagerichtheid, en dat was de zwakke kant. Hoe kom je verder, een paar singles zijn er geweest, en het feit dat Herman Brood het oppakt ("Still Believe") en er een grote hit mee scoort: daar waren wij toch niet zo erg mee bezig. Dat was dus niet onze sterkste kant.

CS: Paul Smeenk was de grote onbekende, hij bleek echter een getalenteerde gitarist met veel power te zijn.

RJ: Ja, en hij had smaak! Hij was heel erg één met zijn gitaar. Zijn totale gevoel lag daar heel erg in. Dat merkte je als hij de gitaar pakte en ging spelen, het waren niet alleen maar nootjes.

CS: Hoe heb jij de periode Sweet d'Buster beleefd?

RJ: Het meest bijzondere vond ik de eerste periode toen we heel erg "Rock 'n' Roll" vanaf nul de zaak begonnen op te bouwen, terwijl er toch flinke "namen" in de band zaten. We hebben in het begin behoorlijk moet afzien en inleveren, om uiteindelijk als band boven water te komen. Dat is uiteindelijk gelukt en ook terug te horen, denk ik, in de gedrevenheid van de live-optredens.

CS: Jullie hebben eens in het voorprogramma van Santana gestaan (27-08-1977). Wat weet je daar nog van?

RJ: Dat Carlos Santana en toetsenman Tom Coster Bertus en mij nog herkenden van de Earring-tournee met Santana door Amerika, maar verder dan een glimlach en wat zwaaien naar elkaar zijn we niet gekomen. We hebben elkaar dus niet meer gesproken.

CS: En hebben jullie wat dat betreft bij meer grote namen als support-act gefungeerd?

RJ: Nee, niet dat ik me nu kan herinneren, maar m'n geheugen is wat dat betreft zeker niet feilloos. Wel hebben de Nits destijds vaak in ons voorprogramma gespeeld.

CS: Waarom moest "Shot Into The Blue" in Amerika opgenomen worden en niet in Nederland?

RJ: Door het contact met producer John d'Andrea die "Gigs" goed had gemixt, en de platenmaatschappij Ariola die de gelegenheid gaf het daar te doen. Als je niet beter weet is dat het walhalla voor muzikanten, maar Sweet d'Buster kwam van een koude kermis terug toen men het eindresultaat hoorde. Zo slecht gemixt en opgenomen, dat ik samen met technicus Robin Freeman de hele plaat hier in Nederland (Relight Studio - Hilvarenbeek) opnieuw gemixt heb, waardoor er gelukkig toch nog een goed klinkende LP uit voort is gekomen. Onbevestigd is het gerucht dat ging dat John d'Andrea in de avonduren doodmoe Sweet d'Buster er "nog even bij deed", omdat hij overdag (voor hem) belangrijkere projecten had die meer geld in het laatje brachten. Zodoende was het eindresultaat van "Shot Into The Blue" niet de beoogde Amerikaanse Droom-productie.

CS: Je bent na het uitkomen van "Shot Into The Blue" benaderd om die LP opnieuw te mixen. Waarom werd jij, die net uit Sweet d'Buster was gestapt, daarvoor gevraagd?

RJ: Ik was toen veel als producer (Gruppo Sportivo, Nits, Transister) bezig in o.a. de Relight Studio met technicus Robin Freeman met wie wij daarvoor met Sweet d'Buster ook veel op hadden genomen. Twee ingewijden, dus.

CS: Waarom zijn er in de winkel geen Sweet d'Buster-CD's meer te koop?

RJ: Vermoedelijk omdat platenmaatschappijen er geen interesse meer in hebben, en met het tegenwoordige thuiskopiëren is het feitelijk ook niet interessant en rendabel meer. (Maar: niet getreurd!! "Magic Moments" is via Internet bij de Free Record Shop te koop, en bij Fonos kun je alle SdB-albums (gedigitaliseerde LP's, goede kwaliteit) nog bestellen. (CS))

CS: Hebben jullie "Hard Stone Jungle" ooit live gespeeld?

RJ: Ja, er staat me vaag iets bij dat de opnames van "Hard Stone Jungle" voor "Gigs" tot de mindere broeders hoorden.

CS: Zijn er nog Sweet d'Buster-nummers die nooit op LP of CD zijn verschenen, die dus nog "op de plank liggen"?

RJ: Niet uit de eerste periode, dacht ik.

CS: Je hebt in je carrière aan behoorlijk wat projecten en LP's-CD's meegewerkt en in vele bands gespeeld. Dit overziend, is er voor jou persoonlijk iets waarvan je zegt: Ja, dit is toch wel iets wat ik heel uniek vind, iets wat er uit springt?

RJ: Nee, daar kan ik gewoonweg niet aan beginnen, als ik één iets er uit zou pikken, zou ik onmiddellijk een aantal andere dingen onrecht aandoen. Met het meeste wat ik gedaan heb, heb ik op verschillende manieren en op verschillende tijdstippen een goed gevoel.

CS: Interessant voor toetsenisten onder de Sweet d'Buster-fans:
- Met welk toetseninstrument ben je als toetsenman ooit begonnen?
RJ: piano
- Wat heb je in je muzikale carrière voor toetseninstrumenten bespeeld?
RJ: Supersister: Ace Tone orgel (met wahwah + fuzz), Farfisa-orgel (met wahwah + fuzz + electronische Leslie), later ook + Leslie box, Hohner Pianet (ook met wahwah + fuzz), Organino (Neonvox), en later nog Fender Rhodes (met wahwah + fuzz)
Golden Earring: MiniMoog, Hammond + Leslie, Fender Rhodes (met wahwah), Vleugel met Helpenstill-element
Sweet d'Buster: MiniMoog, Hammond + Leslie, electronische Leslie, Yamaha CP-70, WLM-orgel (Fins)
Transister: Korg Vocoder, Korg Poly61, WLM-orgel
The Nits: Yamaha CP-70, VarioPhone (blaas 'synth'), Korg Polysix, Korg Poly7, Emax I & II, PPG Oberheim OBX, Elka synth, Kurzweil 2000, 2500 en nu 2600, Accordeon
- Hoe zag jouw instrumentarium er ten tijde van Sweet d'Buster op het podium uit?
RJ: in het begin Fender Rhodes, WLM-orgel + Leslie, later Wurlitzer piano, Yamaha CP-70, MiniMoog (electronische Leslie, phaser effect)
- Heb je een favoriet toetseninstrument?
RJ: synt/sampler: Kurzweil
- Wat heb je nog over uit de "oude" tijd?
RJ: MiniMoog, Yamaha CP-70, PPG, Elka
- En wat gebruik je tegenwoordig?
RJ: Kurzweil 2500 en/of 2600

CS: Dan de vraag die bij veel Sweet d'Buster-fans leeft: Is een Sweet d'Buster-reünie mogelijk, en zo ja, wat zou daarvoor nodig zijn?

RJ: Zeker mogelijk, maar het hangt van een aantal factoren af. Herman en Hans zijn echt enthousiast, Bertus is meer terughoudend, zo van "van mij hoeft het niet zonodig". Paul is de onzekere factor in dit verhaal, ik heb een aantal mails naar - hopelijk - zijn email adres gestuurd, maar hij beantwoordt ze (nog) niet.
Ik zie het echter wel zitten - ook door wat ik ervaren heb met de reünie van Supersister, waar we eerst ook allemaal niets van een reunie wilden weten en uiteindelijk toch zijn begonnen met wat repeteren. Na een half uur ging het verrassend lekker en na een uur ging het zelfs goed, terwijl de anderen ruim 28 jaar niet hadden gespeeld. Achteraf was iedereen blij dat we het hadden gedaan, zo van "dat hebben we in the pocket". Hetzelfde zou zomaar met Sweet d'Buster kunnen gebeuren, en het is meer dan leuk om die muziek weer eens te horen en te spelen, die oude bekenden weer eens te zien etc.
Ik weet zeker dat als we afspreken in een oefenruimte en gewoon lekker die nummers spelen dat er weer iets gaat groeien.

CS: Als het allemaal doorgaat neem ik aan dat jullie niet voor één keer bij elkaar komen. Denk je dat er mogelijk een klein Nederlands tourtje inzit? Of, als het echt lekker loopt, misschien meer?

RJ: Echt geen idee!!

CS: Waarom past de piano bij Robert Jan Stips?

RJ: Dat is m'n jeugdvriend sinds mijn 6e jaar, onverslaanbaar...

Terug naar Sweet d'Buster Back On Stage - "Home"


© 2006 Clemens Steenweg